programmatoelichting stadsorganist Adriaan Hoek Arrangementen voor orgel
Lees hier de programmatoelichting voor stadsorganist Adriaan Hoek: Arrangementen voor orgel op wo 15 okt 2025
-
uitvoerenden
Adriaan Hoek orgel -
programma
wo 15 okt | 15:00 | Grote Zaal
Franz Schubert (1797-1828)
Sonate in a, D537 (arrangement Reitze Smits)
Allegro ma non troppo
Allegretto quasi andantino
Allegro vivaceCésar Franck (1822-1890)
‘Allegretto’, uit: Symfonie in d (arrangement Daniel Roth/Adrien Lasseur)Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847)
Prelude en fuga in e, WoO13 (arrangement Martin Schmeding)Johannes Brahms (1833-1897)
Haydn-variaties, op. 56 (arrangement Lionel Rogg)
Thema
Variatie 1 t/m 8
Finale
Stadsorganist Adriaan Hoek brengt als vaste bespeler van het Flentrop-orgel hier in de Doelen een programma met composities van Schubert, Franck, Mendelssohn en Brahms. De vier orgelarrangementen plaatsen dit romantische repertoire in een andere daglicht.
Schubert
Franz Schubert componeerde zijn Sonate in a in 1817. Het is de eerste pianosonate die hij voltooide, na meerdere pogingen iets in deze vorm te schrijven. Schubert had op deze leeftijd minder moeite met het componeren van liederen: rond 1817 had hij er al zo’n 250 geschreven. Begin negentiende-eeuw ontwikkelde de piano zich tot een krachtiger instrument, wat de componist wellicht eindelijk voldoende inspireerde om zijn eerste complete pianosonate af te maken. Qua stijl laveert Schubert in deze compositie nog tussen de klassieke traditie en een romantische stijl. Hij volgt wel de klassieke sonatevorm - met een expositie waarin het thema wordt geïntroduceerd, een doorwerking waarin hierop wordt gevarieerd en een finale waarin het thema terugkeert – maar Schuberts sonate is een stuk avontuurlijker. Hij volgt namelijk niet de gebruikelijke toonsoortwisselingen in de delen van deze vorm en varieert veelvuldig tussen majeur en mineur. Deze onverwachte wisselingen zorgen voor veel emotie en een dramatiek passend bij de romantische stijl, hetgeen een hoogtepunt bereikt in het laatste deel van de compositie.
Franck
De Symfonie in d is de enige grote orkestsymfonie die de Franse componist César Franck voltooide. Hij droeg de compositie op aan Henri Duparc, volgens Franck zelf ‘de student die zijn kennis van het Wagner-repertoire verrijkte’. Voordat deze compositie tot stand kwam verdiepte Franck zich namelijk in de Duitse muziek, de composities van Wagner in het bijzonder. Francks harmonieën werden door andere Franse componisten als Duits aangemerkt. De Symfonie in d ging in 1889 in première in Parijs. De recensenten vonden de compositie destijds revolutionair, maar ook intens. Ze vonden dat te veel muzikale ideeën elkaar in een te snel tempo opvolgden. Het in dit concert uitgevoerde tweede deel ‘Allegretto’ is beroemd vanwege de prachtige melodie in de althobo, een instrument dat voor Franck z’n tijd weinig op die wijze werd gebruikt in symfonieën.
Mendelssohn
De Prelude en fuga in e, WoO13 van Felix Mendelssohn combineert een prelude gecomponeerd in 1841 met een fuga uit 1827 in dezelfde toonsoort e mineur. Mendelssohn maakte later een bundel met zes preludes en fuga’s, naar voorbeeld van Johann Sebastian Bachs Das wohltemperierte Klavier, waarin hij ook verschillende door hem geschreven composities in de mineur en majeur toonsoort combineerde. In de prelude past Mendelssohn het zogenaamde ‘drie-handen-effect’ toe, een techniek die populair werd dankzij de Oostenrijkse virtuoze pianist Sigismond Thalberg en later ook werd toegepast door virtuoze tijdgenoten zoals Franz Liszt. In het middenregister van de prelude zit een melodiestem, met daaronder een baslijn en daarboven arpeggio’s. Wanneer dit gelijktijdig wordt gespeeld hoort de luisteraar drie verschillende stemmen, waardoor het lijkt alsof drie handen spelen. Waar de prelude de trends van zijn tijd volgde, bevat de fuga een meer traditionele uitwerking van een thematisch motief, naar voorbeeld van de ‘fuga-grootmeester’ Bach.
Brahms
In de zomer van 1873 verbleef Johannes Brahms op zijn favoriete plek: het dropje Tutzing aan de oever van de Starnberger See, nabij München. Genietend van het dorpse leven, het meer en de gezelschap van vrienden, componeerde Brahms hier onder andere zijn Variaties op een thema van Haydn. Aanvankelijk componeerde hij het werk voor twee piano’s, maar al snel volgde een orkestversie. Het was voor het eerst sinds dertien jaar dat hij weer een orkestwerk componeerde. Het thema baseerde Brahms op het Sint-Antoniuskoraal dat hij drie jaar eerder in Wenen schreef. Voor dit koraal gebruikte hij een compositie voor blaasensemble dat volgens de uitgever door Joseph Haydn was gecomponeerd. Na onderzoek is gebleken dat Haydn waarschijnlijk niet de componist van dit werk was, maar Brahms vernoemde zijn thema met variaties vanwege deze uitgave wel naar de barokcomponist. Na acht variaties is in de finale wel een echt stukje Haydn te horen: Brahms citeert hier een cellomelodie uit de Symfonie nr. 101, die ook wel de ‘kloksymfonie’ wordt genoemd vanwege het constante tikkende ritme in het tweede deel.
over de musici
Adriaan Hoek
Adriaan Hoek is stadsorganist van Rotterdam en een veelgevraagd concertorganist met een breed repertoire, van middeleeuwse tot hedendaagse muziek. Hij studeerde cum laude af aan het Rotterdams Conservatorium en volgde vervolgopleidingen in Hamburg en Gent. Hoek won meerdere internationale orgelprijzen en is vaste bespeler van onder meer het Flentrop-orgel in de Doelen.
https://www.adriaanhoek.nl/