geschiedenis
In 1622 was ‘'St. Joris Doele’ de sociëteit van het gilde van de voetboogschutters. Toen na 1680 regelmatig door een orkest van stadsmuzikanten concerten werden gegeven in 'De Doele' aan het Haagscheveer, vlakbij de Delftsche Poort. Vanaf 1697 kreeg 'de Doele' toestemming van het stadsbestuur om openbare concerten te geven, zolang de concerten "geschiede zonder de minste aanstotelijkheid off eenige drank zal mogen genuttigd werden".



Tegen de aanvankelijke verwachtingen in bleek er van de kant van het publiek een zo grote belangstelling te bestaan voor de concerten in de Doelen dat men in het land al snel ging spreken van het zogenaamde 'Doeleneffect' als variant op de bekende economische wet: 'aanbod schept vraag'. De akoestiek van de Grote Zaal werd vanaf het eerste begin alom geroemd. Muziekliefhebber Herman Kraaijvanger was ook bij de planvorming betrokken. De grote zaal werd vanaf het begin geroemd vanwege de akoestiek, die na de verbouwing nog verbeterd is. Het Rotterdams Philharmonisch Orkest kon zich ontplooien, op relatief grote schaal konden andere muziekvormen van kamermuziek tot jazz en pop goed gedijen en het concertpubliek groeide in een paar jaar naar een omvang die bijna vier keer zo groot was als voor de totstandkoming van de Doelen. Doelencomplex is in 2013 voorgedragen als Rijksmonument.
meer weten over de Doelen geschiedenis?

